Met elke meter die we rijden vervaagt het landschap een beetje. Na een tijdje zijn de ruiten helemaal beslagen. Mijn dagelijkse reis van Den Haag naar Leiden duurt precies twaalf minuten en vandaag is het bijzonder benauwd in de trein. Niemand die zich vasthoudt, aangezien we zo krap staan dat het onmogelijk is om je evenwicht te verliezen. Om de tijd te doden probeer ik mee te lezen uit het boek van een medepassagier. ‘Op zoek naar de Verloren Tijd’ zie ik aan de bovenkant van elke pagina staan. Ik volg haar blik die van links naar rechts elk deel van de bladzijde scant.
Ik zou willen dat ik mijn twaalf minuten voor die van haar in kon wisselen, die gaan vast een stuk sneller. Maar ondanks het feit dat haar tijd vliegt, kan ze een hele dag beleven op de bladzijden die ze één voor één omslaat. De paradox van het lezen.
Gezien het boek dat ze in haar handen heeft, kan het ook zijn dat ze in twaalf minuten één langgerekte tel meemaakt. Het is immers geschreven door Proust: De schrijver die zeer zuinig is op zijn punten. In zijn zinnen – van soms wel achthonderd woorden – strekt hij de seconden zo lang mogelijk uit; als geen ander weet hij de tijd stil te zetten om ons te tonen dat in elk ogenblik een eeuwigheid verscholen zit.
Er gebeurt dus iets interessants met onze tijdbeleving tijdens het lezen, maar de notie van tijd is niet het enige wat verloren gaat tussen de pagina’s. Soms verlies je ook jezelf. Bijvoorbeeld wanneer je zo opgaat in een personage, dat je de eerste momenten na het sluiten van het boek even geen onderscheid kunt maken tussen je eigen wereldbeeld en dat van de hoofdpersoon. Proust leert ons dat dit verlies in werkelijkheid een hereniging is: ‘Elke lezer is de lezer van zijn eigen ik. Het werk van de schrijver is slechts een soort optisch instrument dat de lezer wordt aangereikt zodat deze kan onderscheiden wat hij zonder dit boek misschien nooit in zichzelf zou hebben ontdekt.’ Wellicht is lezen een soort passieve introspectie, waarbij met het omslaan van elke pagina het papier steeds meer gaat reflecteren, totdat je op de laatste bladzijde opeens in een spiegel kijkt.
Voordat we het weten zijn we bij het station gearriveerd. Tenminste, voordat zij het weet. Verward kijkt ze op en pakt ze haastig haar spullen in. Mijn reis duurde vandaag precies twaalf minuten, maar de volgende keer neem ik ook een boek mee. Om de Verloren Tijd in te halen.
Gepubliceerd op 25 januari 2017 Leidsch Dagblad©
Geef een reactie