Falend Slagen

Faalangst. Een fenomeen waar naar schatting één op de vijf middelbare school leerlingen last van heeft. En dat is zo gek nog niet; met alle toetsen en evaluaties die worden afgenomen, is falen een onvermijdelijk onderdeel van iemands schoolervaring. In verschillende situaties heb ik van leerlingen de vraag gekregen hoe ze hier het best mee om kunnen gaan.

Tijdens de lessen Frans heb ik weleens gehoord dat ze het gevoel hebben dat ze dichtklappen in gesprekken met moedertaalsprekers. Ze raken hun woorden kwijt omdat ze lang stilstaan bij hetgeen wat ze willen zeggen. Wat ik daarop zeg is: dat is het probleem niet, eigenlijk is het heel natuurlijk. Het wordt problematisch wanneer zulke situaties zo veel onzekerheid opwekken, dat je ze liever uit de weg gaat.

Naar mijn idee ontstaat bijna elke vorm van angst wanneer iemands gedachten en acties niet synchroon lopen. In het geval van een vreemde-taal-leerling zien we enerzijds dat gesprekken met moedertaalsprekers worden vermeden, en anderzijds dat hun doel onveranderd blijft: vloeiend Frans spreken.

Handiger zou zijn om dit te herformuleren naar een objectief wat op dat moment dichter bij de leerling staat. Bijvoorbeeld: ‘mijn doel is om me niet te schamen wanneer ik stotter, bloos of niet uit mijn woorden kom.’ Dit sluit aan bij een benadering van faalangst uit de discipline van het Neuro Linguïstisch Programmeren (NLP). Een van de vooronderstellingen van NLP is namelijk dat falen niet bestaat, alleen een leerproces.

Hoe zit het echter met nu-of-nooit-situaties, zoals de eindexamenperiode? Hoe je het ook wilt herformuleren, in zo’n context lijkt niet-slagen toch écht het ergste resultaat. Tijdens gesprekken met een leerling die ik begeleid op de zorgafdeling, waren we aan het zoeken naar manieren om met deze druk om te gaan.

Op een gegeven moment kwamen we erachter dat er wellicht een uitkomst bestaat die pijnlijker is dan het falen zelf, namelijk spijt voelen. Met dat in gedachten hadden we zijn objectief (‘ik moet slagen’) geherformuleerd in het volgende: ‘mijn doel is om, wat de uitkomst van de situatie ook is, alles te geven zodat mijn toekomstige zelf geen spijt ervaart’. Iets waar hij alle controle over had.

We zien dat (het risico op) falen uiteindelijk een hoger doel heeft. Het biedt ons de kans om zowel moed als doorzettingsvermogen te ontwikkelen, kwaliteiten waar we levenslang profijt van hebben.

GEPUBLICEERD OP 10 APRIL 2019 LEIDSCH DAGBLAD©

 

Reacties zijn gesloten.

Maak een website of blog op WordPress.com

Omhoog ↑